
Het lelietje-van-dalen, oorspronkelijk afkomstig uit Japan en al sinds de middeleeuwen aanwezig in Europa, betovert ons elk voorjaar met zijn mooie witte klokjes. Op 1 mei geven we graag een paar takjes aan onze dierbaren. Maar kennen we eigenlijk wel de oorsprong van dit populaire gebruik? In de tijd van Karel IX, op 1 mei 1560, wordt gezegd dat de koning een takje lelietjes-van-dalen kreeg tijdens een reis naar de Drôme. Hij waardeerde de aandacht zozeer dat hij besloot om elk voorjaar een takje lelietjes-van-dalen te geven aan de hofdames, als geluksbrenger. Er volgden een aantal anekdotes, die er allemaal toe bijdroegen dat het lelietje-van-dalen zijn zoete voorbode van geluk kreeg…
Brengt een lelietje-van-dalen geluk?

Later, in 1895, zou de zanger Félix Mayol, auteur van het beroemde lied “Viens poupoule”, een takje lelietjes-van-dalen cadeau hebben gekregen van zijn Parijse vriendin Jenny Cook. Hij speldde het op zijn jasje tijdens zijn eerste optreden in het Concert Parisien. Hoewel zijn optreden een triomf was, hield Félix Mayol dit kostbare takje lelietjes-van-dalen en hielp zo het gebruik nieuw leven in te blazen.
Toen Christian Dior lelietjes-van-dalen aan zijn klanten gaf…
Sommige ontwerpers, zoals Christian Dior, leken ook in dit gelukkige gebruik te geloven. Als Christian Dior lelietjes-van-dalen aan zijn klanten gaf, maakte hij van de tere bloem met haar witte klokjes het embleem van zijn modehuis. Pas aan het begin van de 20e eeuw werden lelietjes-van-dalen definitief geassocieerd met de Dag van de Arbeid. Onder Pétain werd de Dag van de Arbeiders “Dag van de Arbeid”. De helderwitte lelietjes-van-dalen vervingen de rode rozenbottel die met links werd geassocieerd…
Nog een geheimpje: het gerucht gaat dat degene die een takje lelietjes-van-dalen met dertien klokjes vindt, bijzonder veel geluk heeft… Houd deze zondag bij de bloemist je ogen open en tel de tere klokjes – misschien heb je geluk…